Lezingen sinds 2013/2014
Een overzicht van lezingen vallend onder het thema Kunst / Muziek / Architectuur.
Sluier van de tijd; het verborgen leven de kunst (09/01/2024)
In zijn lezing ging Benjamin Rous in op geheimen die schuil gaan onder het oppervlak van bekende en minder bekende kunstwerken. Hoe schilderde Vermeer zijn iconische Meisje met de parel? Welke gedaanteveranderingen onderging Susanna en de ouderlingen van Rembrandt? Heeft de restauratie van de Sixtijnse Kapel ons dichterbij Michelangelo gebracht? En is de duurste ooit geveild nou wel of niet van Da Vinci?
Schittering en tragiek (07/11/2023)
Auteur en verteller Jos Meersmans studeerde musicologie aan de KU-Leuven en was tot zijn pensionering leraar muziekgeschiedenis en algemene muziekcultuur aan het Stedelijk Conservatorium van Leuven. Jarenlang was hij medewerker van BRT 3, Radio 3, nu Klara. Hij heeft zich in de jaren tachtig en negentig ingespannen voor het herstel van het Leuvens Orgelpatrimonium en reist sinds 1983 rond in Vlaanderen en Nederland, eerst als klavierspeler, nadien als verteller in vele honderden optredens.
Vanuit de lichtcirkel van twee spotjes en geïllustreerd met veel korte muziekfragmenten, vertelde Meersmans een anekdotische geschiedenis van Robert en Clara Schumann en Johannes Brahms.
Met ‘Prélude à l’après midi d’un Faune’ slaat Debussy de deur naar het impressionisme open! (24/01/2023)
Frank Adams, dirigent en artistiek leider van Kamerate Zuid, analyseerde in zijn lezing ‘Prélude à l’après midi d’un Faune’ van Debussy. Volgens hem het belangrijkste werk als keerpunt van de romantiek van het impressionisme.
250 jaar Beethoven (23/11/2021)
In december 2020 werd Ludwig van Beethoven geboren. Beethoven schreef zo’n 398 muziekwerken: symfonieën en andere werken voor orkest met of zonder solist(en), kamermuziek, één opera, koorwerken, liederen. Reden voor Leo Wolfs om een presentatie te houden over Beethoven als mens en als componist, over zijn muziek en wat hem beïnvloed heeft. Ook werd muziekwerk Pianoconcert nr. 5 van Beethoven (zijn Keizersconcert) uitgebreid beluisterd, bekeken en behandeld.
Antonio Vivaldi – De vier jaartijden (4/2/2020)
Waarschijnlijk kent iedereen deze muziek: toegankelijk, licht, melodieus, enz. Toch nam Leo Wolfs de aanwezigen tijdens zijn presentatie mee in de wereld van Vivaldi’s bekendste werk: De vier jaargetijden. Met beeld en geluid informeerde hij over de barok, over Venetië, Vivaldi, wie was hij, waar werkte hij, hoe het komt dat zijn muziek zo toegankelijk is, het barokorkest, de instrumenten, de speelwijze, de dynamiek, het vioolconcert, de sonnetten bij dit muziekwerk, waar maken deze concerten deel van uit, enz.
Leo Wolfs studeerde muziek en Nederlands M.O. Hij gaf jarenlang les in het voortgezet onderwijs, was dirigent bij enkele koren, schreef muziekboeken (Het Popboek en Het Popjournaal) voor het muziekonderwijs in Nederland en België en werkte bij het Cito mee aan landelijke muziekexamens. Daarnaast was hij een aantal jaren verslaggever muziek bij Omroep Brabant Radio. Sinds 2007 geeft hij wekelijks cursussen Klassieke Muziek en Wereldmuziek (180 cursisten), o.a. voor de Kamermuziekserie in Concertzaal Tilburg en verzorgt hij lezingen, o.a. bij de Stabat Mater-uitvoeringen in Oirschot. Op uitnodiging verzorgt hij op 19 april 2020 een lezing in het Concertgebouw in Amsterdam voorafgaand aan een uitvoering van Bachs Goldberg Variaties, uitgevoerd door Lang Lang.
Bachs laatste reis (9/10/2018)
Drs. Jos Meersmans (m.m.v. pianiste Rosalie Zoetmulder) hield een lezing over Johann Sebastian Bach die in mei 1747 van Leipzig naar Potsdam-Berlijn reist op verzoek van Frederik de Grote, koning van Pruisen. Die onderneming werd met de grootste scepsis aangevat. Nog geen 2 jaar voordien had de Pruisische koning Leipzig onder de voet gelopen en sindsdien was hij de gebeten vijand van Bachs eigen vorst en beschermheer August III, keurvorst van Saksen en koning van Polen. Bovendien was Frederik door zijn opvoeding geworden wie hij was: een laaghartige treiteraar van precies diegenen voor wie hij het grootste respect had. Wilhelm Friedemann, Bachs oudste zoon, deed ons het relaas van de reis, waarin hij terugblikt op zijn eigen leven en dat van zijn vader. Vooral op Bachs drie belangrijkste werkterreinen (Weimar, Kȍthen en Leipzig) werd gefocust. Zestien beklijvende muziekfragmenten uit Bachs oeuvre gaven deze vertelling een verdiepende intensiteit. Naast een klavecimbelstuk van Wilhelm Friedemann kwam ook Mozarts muziek onverwacht om de hoek kijken.
De Wanderer als menstype (31/10/2017)
Drs. Tijn Vaes hield een lezing over de Wanderer, een menstype dat tijdens de Romantiek tot de verbeelding sprak. Hij trok als voetreiziger over bergen en door dalen, van plaats naar plaats, hij dwaalde, zwierf; zijn bestemming was hem niet altijd even duidelijk. Bewoners uit het dal meden hem het liefst; hij was een vreemdeling, afkomstig van gene zijde van de berg. Hij was voor hen een ongrijpbaar sujet. In poëmen en vertellingen ten tijde van de Romantiek, maar ook in muzikale fantasieën en liedcycli, hebben tochten vaak een symbolische en metaforische betekenis. Deze duiden op de ontmoeting van de Wanderer met de wereld, een wereld die betrekking heeft op zowel het stoffelijke als het niet-stoffelijke. Een wereld die symbool staat voor veranderingen welke zich gaandeweg in het innerlijk van de wandelaar voltrekken. Veranderingen als metafoor voor de reis die hij aflegt tijdens het leven. Etymologisch gezien houden wandelen of (rond)dwalen en (zich) veranderen verband met elkaar. In de verte ligt een wens of een omstandigheid verborgen: bijvoorbeeld het verlangen naar een geliefde of de vervulling van de levenstocht, samengebald in het beroemde Duitse gezegde Dort wo ich nicht bin, dort ist das Glück. In poëzie en proza eindigt de levenstocht veelal met de dood of in een hiernamaals. In het schilderij van Caspar David Friedrich ( 1774-1840) Wanderer über dem Nebelmeer uit ca. 1818 kijkt de Wanderer in de verte. Hij wordt vaak beschouwd als de personificatie van het menselijke verlangen naar de verte, of zoals het heet in de taal van Friedrich, die Ferne. Tijdgenoten, onder wie de schilderende arts en vriend van Friedrich, Carl Gustav Carus ( 1789-1869), waren evenals Friedrich geobsedeerd door die geheimzinnige en ongrijpbare Wanderer, die altijd maar weer stappen zette in de richting van de verte. Welke verte? De 19de-eeuwse schilderkunst, literatuur en muziek hebben gepoogd op deze vraag een antwoord te geven. Rutger de Ronde speelde muziek van Schubert (1797-1828), waaronder de Wanderer Phantasie.
De Wanderer als menstype (31/10/2017)
Drs. Tijn Vaes hield een lezing over de Wanderer, een menstype dat tijdens de Romantiek tot de verbeelding sprak. Hij trok als voetreiziger over bergen en door dalen, van plaats naar plaats, hij dwaalde, zwierf; zijn bestemming was hem niet altijd even duidelijk. Bewoners uit het dal meden hem het liefst; hij was een vreemdeling, afkomstig van gene zijde van de berg. Hij was voor hen een ongrijpbaar sujet. In poëmen en vertellingen ten tijde van de Romantiek, maar ook in muzikale fantasieën en liedcycli, hebben tochten vaak een symbolische en metaforische betekenis. Deze duiden op de ontmoeting van de Wanderer met de wereld, een wereld die betrekking heeft op zowel het stoffelijke als het niet-stoffelijke. Een wereld die symbool staat voor veranderingen welke zich gaandeweg in het innerlijk van de wandelaar voltrekken. Veranderingen als metafoor voor de reis die hij aflegt tijdens het leven. Etymologisch gezien houden wandelen of (rond)dwalen en (zich) veranderen verband met elkaar. In de verte ligt een wens of een omstandigheid verborgen: bijvoorbeeld het verlangen naar een geliefde of de vervulling van de levenstocht, samengebald in het beroemde Duitse gezegde Dort wo ich nicht bin, dort ist das Glück. In poëzie en proza eindigt de levenstocht veelal met de dood of in een hiernamaals. In het schilderij van Caspar David Friedrich ( 1774-1840) Wanderer über dem Nebelmeer uit ca. 1818 kijkt de Wanderer in de verte. Hij wordt vaak beschouwd als de personificatie van het menselijke verlangen naar de verte, of zoals het heet in de taal van Friedrich, die Ferne. Tijdgenoten, onder wie de schilderende arts en vriend van Friedrich, Carl Gustav Carus ( 1789-1869), waren evenals Friedrich geobsedeerd door die geheimzinnige en ongrijpbare Wanderer, die altijd maar weer stappen zette in de richting van de verte. Welke verte? De 19de-eeuwse schilderkunst, literatuur en muziek hebben gepoogd op deze vraag een antwoord te geven. Rutger de Ronde speelde muziek van Schubert (1797-1828), waaronder de Wanderer Phantasie.
Piet Mondriaan en Parijs: 1919-1938 (2015/2016)
In 2013 gaf prof. Leon Hanssen al een lezing over Mondriaan die in de periode 1903 en 1904 woonde en schilderde in Brabant. De lezing ging nu over de periode 1919-1938 waarin Mondriaan in Parijs woonde, vlakbij Montparnasse. Op zoek naar eeuwige vormen veranderde Mondriaan zijn stijl van schilderen van het boerenleven naar een modern abstract kleurenspel (luminisme). Hij zelf noemde dat het neo-plasticisme. Hij verkocht bijna niets in Europa waar zijn kunst werd beschouwd als een doodlopende weg. In Amerika daarentegen wordt zijn kunst zeer gewaardeerd. In 1938 verlaat hij voorgoed Parijs en via Londen verhuist hij naar New York, waar hij de boogy-woogy stijl ontwikkelt.
De worsteling met de waarheid over Vincent van Gogh (2014/2015)
Dr. Henk Tromp beschreef de moeilijke weg die een schilderij kan ondergaan alvorens als echt of als vals te worden erkend. Hij deed dit aan de hand van een zelfportret van Van Gogh. De kunstwereld bestaat uit verzamelaars, handelaren en kunstexperts. De la Faille (1928) stelde een catalogus samen met alle werken van Van Gogh, maar ontdekte dat ongeveer 30 schilderijen, afkomstig van Otto Wacker, mogelijk vervalsingen waren. Dr. de Wild, een chemicus en analist, kon aantonen dat bij bepaalde schilderijen hars was gebruikt, iets wat van Gogh nooit deed. Wacker werd veroordeeld tot gevangenisstraf. Een van de schilderijen afkomstig van Wacker, een zelfportret van van Gogh, kwam in bezit van Chester Dale die zijn collectie in bruikleen gaf aan de National Gallery of Art in Washington. Door toedoen van Ir. Vincent van Gogh wordt bekend dat het zelfportret een vervalsing moet zijn. Uiteindelijk wordt pas in 1980 het schilderij onderzocht en in 1984 wordt het naar de kelder verbannen. Aldus schilderde de spreker het drama waarin verzamelaars iets unieks willen hebben, maar gezichtsverlies lijden als blijkt dat het een vervalsing betreft, handelaars een maximale winst willen maken en kunstexperts gezag zoeken.
Dimitri Sjostakovitsj: Sovjetkunstenaar of dissident (2014/2015)
Prof. dr. Francis Maes gaf een lezing over Dimitri Sjostakovitsj waarbij hij aan de hand van verschillende geluidsfragmenten liet horen hoe deze Russische componist in verborgen codes anti-Stalin was. Aanvankelijk werd deze componist beschouwd als kunstenaar en dissident, maar uit latere studies blijkt dat hij geen dissident was. Hij was wel iemand die een afkeer had van het antisemitisme van Stalin. Ook al was hij een verbitterd iemand, toch bleef hij een gezagsgetrouwe Sovjet. In 1936 en 1948 had hij scherpe aanvaringen met het regime, maar hij werd steeds gerehabiliteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog componeerde hij vooral Joodse liederen. Op latere leeftijd werd hij lid van de communistische partij zodat hij jonge componisten kon helpen. Dan schrijft hij zijn beroemde achtste strijkkwartet.
De magie van het jaren ’30 huis (2014/2015)
De eerste lezing van het nieuwe seizoen werd gegeven door Dr. Joost Kingma en handelde over de magie van het jaren ’30 huis. Voorbeelden van huizen uit die tijd zijn de huizen in Park Zorgvlied in Tilburg. Deze huizen ontstonden vlak na de beurskrach van 1929. De bouwkosten waren zeer laag door de hoge werkloosheid en veel particulieren belegden toen in huizen. De gegoede burgerij wilde buiten wonen, op ruime kavels, aan brede plantsoenen, met fraaie brede lanen, een ruime voortuin en dichtbij spoor- en tramwegen. De huizen werden vooral gebouwd op hoge zandgronden. De bouwstijl stond sterk onder invloed van Engelse landschapsarchitecten. Opvallend aan deze huizen zijn de fraaie afwerking met originele details, de grote oversteek, de grote hoed, het vele glas-in-lood en de geleidelijke overgang van buiten naar binnen. Kostprijs destijds; tussen fl. 7000,00 en fl. 9000,00, wat toen een jaarsalaris was. Deze huizen hebben nu nog steeds een meerwaarde van 6 tot 11% in vergelijking met woningen uit een andere periode.
De Bossche school en de invloed ervan op de Brabantse architectuur (2013/2014)
Ir. Peer Bedaux, oud-architect bij Bedaux de Brouwer te Goirle, legde aan de hand van veel foto’s van gebouwen uit wat de Bossche School inhoudt. De theorie van deze school is gebaseerd op het gedachtegoed van pater van der Laan, die bouwde volgens het plastische getal. Dit getal biedt architecten de mogelijkheid om volume en afmetingen van een gebouw met elkaar in evenwicht te brengen. Ook in de oudheid werd al gebouwd volgens een formule voor proportia en symmetrica.
Archief
Sinds de oprichting in 1946 heeft Culturele Kring Adriaen Poirters vele lezingen georganiseerd.
Van de hand van Cor de Jager verscheen ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan in 1996 de uitgave 50 jaar benieuwd, Kulturele Kring ‘Adriaen Poirters’ te Oisterwijk, waarin hij verslag doet van de geschiedenis van de kring. Hierin is ook een alfabetisch overzicht van alle lezingen op naam, jaar en titel te vinden.
De daaropvolgende uitgave Culturele Kring Adriaen Poirters Oisterwijk 1996 – 2016, samengesteld door Hay Derkx en Seijo Kruizinga, geeft een uitgebreider overzicht van de lezingen in deze 20 jaar. De uitgave bevat onder meer een samenvatting van iedere lezing per thema.