Op 20 februari hield Floris Alkemade een lezing met als titel ‘De toekomst van het verleden’.
De grote vragen van onze tijd sluiten op een vreemde manier naadloos aan op de logica van eeuwenoude landschappen. Wat kunnen we van die landschappen leren als we ons op de toekomst willen voorbereiden?
Floris Alkemade is een architect en stedenbouwkundig ontwerper, studeerde in 1989 met eervolle vermelding af in de Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Aansluitend werkte hij gedurende achttien jaar met Rem Koolhaas en was een van de zes partners van het befaamde Office for Metropolitan Architecture, een ontwerpbureau met ongeveer 350 mensen in dienst.
In 2008 richtte hij zijn eigen ontwerpbureau FAA op en later ook BAU+ opererend vanuit Sint-Oedenrode, Brussel en Parijs. Van 2015 tot 2021 vervulde hij de functie van Rijksbouwmeester.
Alkemade combineert zijn werk als architect en stedenbouwkundig ontwerper met het geven van onderwijs, lezingen en hij maakt deel uit van diverse vakjury’s. Hij was negen jaar gastprofessor aan de universiteit in Gent en van 2014 tot 2018 lector aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. In 2018 werd hij gekozen als Nederlands Architect Van Het Jaar. Hij heeft diverse publicaties op zijn naam. Zijn essay De Toekomst van Nederland is inmiddels aan de zesde druk toe. Met de academie van Bouwkunst in Amsterdam publiceerde hij het boek Rewriting Architecture, een studie over het creatieve proces dat gepaard gaat aan het ontwerp van hergebruik. In juli 2021 was hij gast bij Zomergasten van de VPRO.
De architectuur en stedenbouw van Alkemade is stevig verankerd in de landschappelijke en stedelijke structuur. Hij werkt daarbij zowel op nationaal als internationaal niveau aan complexe projecten. Hij valt daarbij op door aandacht voor infrastructuur en logistiek, zoals blijkt uit de gebiedsontwikkeling en inpassing van het TGV station in het centrum van het Franse Lille.
Ook thema’s als herbestemming en stedelijke ontwikkeling zijn een belangrijk onderdeel van zijn werk. Zo heeft Alkemade gewerkt aan het nieuwe stadshart van Almere, de herontwikkeling van het wereldcultuur erfgoed van de Zeche Zollverein in het Duitse Essen, waar hij ook verantwoordelijk was voor het ontwerp van het Ruhrmuseum en de herontwikkeling van het zeshonderd meter lange entrepotgebouw Macdonald in Parijs. Als Rijksbouwmeester koppelde hij deze ontwerpachtergrond aan een sterke sociaal-maatschappelijke agenda. Naast de kracht van het markt- en het politieke denken ziet hij hier een grote verantwoordelijkheid voor de ontwerp- en verbeeldingskracht.
Zoals ook uit zijn essay De Toekomst van Nederland spreekt – met als ondertitel De kunst van richting te veranderen – bouwt hij vanuit de ontwerpende creatieve blik een hoopvol en samenhangend verhaal op over de vele noodzakelijke veranderingen die ons te wachten staan. Vanuit de verbeeldingskracht een verlangen naar de toekomst.