Op deze boeiende avond gaf Erik-Jan Broers, universitair docent aan de Tilburgse Universiteit, een lezing over de geschiedenis van criminele benden in de 17e en 18e eeuw. De focus lag op de opkomst en ondergang van deze benden, evenals de juridische mechanismen die destijds werden gebruikt om misdaad aan te pakken.

Historische Context
Broers begon met het schetsen van de sociaal-economische omstandigheden in de middeleeuwen, waarin armoede en hongersnood veel mensen op drift deden raken. Dit leidde tot een toename van rondtrekkende bedelaars of vagebonden, die op zoek waren naar betere leefomstandigheden.

Criminele Benden
In de 17e en 18e eeuw ontstonden vele bendes in Brabant, zoals de militaire bendes, zigeunerbendes, joodse samenwerkingsverbonden en familiebendes. Vooral de bende van Jan Dirks, ook bekend als ‘Engelen Jantje’, was berucht vanwege hun betrokkenheid bij brandstichtingen en afpersingen waarbij zij dreigden “de rode haan over het dak te laten vliegen.”

Juridisch Systeem
Officieren van justitie waren geen juristen en rechtszaken werden vaak behandeld door lokale notabelen met weinig juridische kennis. Het systeem was vooral gericht op snelle en praktische oplossingen, vaak door het gebruik van marteling voor het verkrijgen van bekentenissen.

Strafuitvoering
De straffen voor bendeleden waren vaak hard. Verbanning en brandmerking waren frequente straffen, terwijl zware misdadigers soms de doodstraf kregen. De symbolische vuurdood werd gebruikt als afschrikmiddel, waarbij veroordeelden meestal werden gewurgd voordat hun lichamen werden verbrand.

Toepassing van Straffen
Een van de besproken casussen was de zaak rond Anne-Kathrien en de bende van Jan Dirks, waar meerdere bendeleden werden veroordeeld voor betrokkenheid bij brandstichting en andere misdaden. Deze casus illustreert de complexe dynamiek van het rechtssysteem en de soms brute uitvoering van straffen.

 

Vragen & Antwoorden

  • Waarom gingen zoveel bendes naar Brabant?
    Broers legde uit dat Brabant centraal gelegen was met veel natuurgebieden, ideaal voor benden om te schuilen.
  • Hoe werden mensen geïdentificeerd en berecht zonder moderne middelen?
    Identificatie was gebaseerd op uiterlijke kenmerken en bekentenissen, vaak afgedwongen door intimidatie of marteling.
  • Hoe functioneerde de rechtsmacht in verschillende jurisdicties?
    Rechtsmacht was beperkt tot lokale grenzen zonder uitleveringsverdragen, waardoor criminelen vaak naar naburige regio’s konden vluchten om vervolging te ontlopen.
  • Waarom werd er een verschil gemaakt tussen het ophangen van mannen en het wurgen van vrouwen?
    Het maatschappelijke decorum en fatsoensnormen van die tijd maakten dat vrouwen op een andere, meer ‘beschaafde’ manier ter dood werden gebracht.

De lezing van Erik-Jan Broers bood een interessante en gedetailleerde inkijk in de wereld van criminele benden in het verleden, het functioneren van het toenmalige rechtssysteem en de unieke uitdagingen die het bestrijden van misdaad met zich meebracht.